zaterdag 29 augustus 2015

Badmintontherapie

Tijdens mijn eerste groepsavond viel er één therapieonderdeel uit. Dat was psychomotore therapie, beter bekend onder de afkorting PMT. Die avond probeerden mijn groepsgenoten me zo goed mogelijk uit te leggen wat het is. 'Het is een soort gym. En kijken hoe je in de groep bent. En met je lichaam bezig zijn. En daar dan over praten.' Daar kwam ik niet zo heel ver mee, dus ik besloot het maar gewoon op me af te laten komen.

Bij het betreden van de PMT-ruimte krijg ik gigantische flashbacks naar de middelbare school. Het is namelijk een gymzaal, met touwen aan het plafond, lijnen op de vloer en zo'n typische gymzaalgeur. We moeten ook onze schoenen uittrekken. Op kousenvoetjes gaan we in een kring op de vloer zitten. Van tevoren heeft de therapeute, Fran, me ingeseind dat ik maar gewoon mee moet doen wat ik kan of wil en dat niks verplicht is. Nu wrijft ze in haar handen. 'Heeft er iemand een thema waar hij iets mee wil doen vanavond of zal ik iets bedenken?'

Groepsgenoot Lies geeft aan dat haar lage zelfbeeld een thema is dat ze nu aan wil gaan pakken. Fran knikt. 'Dat is goed. En eerst gaan we badmintonnen. Even loskomen, even spelen.' Ik weet niet wat ik hoor. Badmintonnen, verdomme, ik ben hier toch wel voor iets serieuzers? Maar terwijl we met rackets en shuttles heen en weer rennen, merk ik dat het toch wat ingewikkelder ligt. Iedere keer dat mijn racket mist, gaat mijn innerlijke criticus vol open. Sukkel! Je moet dat ding gewoon raken! Waarom kun je dat niet? Waardeloos monster. Het komt omdat je dik en stom bent. Deze gedachten had ik ook altijd tijdens de gymles op school, waar ik ze verbeet en keihard met mijn racket zoefde ter compensatie. Hier kan ik ze niet goed inhouden. Ik tril, mijn wangen worden rood en mijn knokkels wit.

Als we klaar zijn, wordt er nabesproken. Ik geef aan welke gedachten het badmintonnen bij me opriep. Fran kijkt me medelevend aan. 'Je weet dat je ook gewoon had mogen stoppen he?' Ik schreeuw het bijna uit. NEE, ik mocht niet stoppen, daar ben ik veel te onbelangrijk voor! Ik voel me vreselijk. Bij de oefening voor Lies' zelfbeeld krijg ik het helemaal te kwaad. We moeten lekker cliché tegen elkaar zeggen dat we goed zijn zoals we zijn. En dan tegen onszelf. Dat laatste lukt niet. Tranen stromen over mijn wangen terwijl ik toegeef dat ik de woorden niet over mijn lippen krijg. Trillend en nog nasnikkend loop ik het zaaltje uit, op naar de volgende therapie. Ik haat PMT. Ik haat het diep en intens.

Een week later loop ik dan ook met frisse tegenzin het zaaltje weer in. Fran merkt dat ik niet goed in mijn vel zit. 'Sofie, wat wil JIJ vanavond eigenlijk doen?' Voor ik het tegen kan houden, flap ik eruit: 'Ik ben enorm onrustig en ik wil eigenlijk gewoon iets kapot maken ofzo.' Fran knikt enthousiast en trekt me mee naar het materialenhok. Na een korte inventarisatie van de spullen hebben we besloten dat ik een toren ga bouwen van schuimrubberen kubussen en dat ik die daarna met een honkbalknuppel helemaal in elkaar mag slaan. Het is één van de lekkerste dingen die ik ooit gedaan heb. Ik zwaai agressief met de knuppel, stoot een soort oerkreten uit en sla zo hard als ik kan. Het maakt niet uit dat ik de volgende dag spierpijn heb van het meppen. Ik hou van PMT. Ik hou er diep en intens van.

En een week later zit ik weer iets te doen met voorwerpen die een eigenschap verbeelden en vraag ik me af wat ik in godsnaam aan het doen ben. PMT en ik, wij gaan een heel ingewikkelde verhouding krijgen. Maar wel een heel nuttige.

In deze schrijfsels wordt teruggegrepen op gebeurtenissen van een tijdje geleden. In dit geval van maart 2015.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten