woensdag 30 september 2015

NAO

In de wereld van de eetstoornissen heb je twee hoofdstoornissen die iedereen kent: anorexia nervosa en boulimia nervosa. Zoals bij alle psychische stoornissen zijn er duidelijke regels en kenmerken waar je aan moet voldoen om de diagnose te krijgen. Zo "moeten" anorecten onder een bepaald BMI zitten en is er een regel aan het aantal eetbuien en keren braken per week voor boulimisten om die diagnose te krijgen.

Voldoe jij aan alle kenmerken voor anorexia, maar word je nog wel ongesteld? Of ben je, zoals ik, een duidelijke boulimist maar klopt de BMI-eis niet? Dan kom je in het derde hokje terecht: eetstoornis NAO, of het Engelse (en bekendere) EDNOS.

maandag 28 september 2015

'Dit is geen arm, maar een been.'

Myrthe van der Meer opent haar inmiddels beroemde boek "PAAZ" met de volgende passage:

"Op het eerste gezicht is de afdeling psychiatrie niet anders dan de andere afdelingen van het ziekenhuis: je komt er met een probleem binnen en je gaat er al dan niet genezen weer weg.
Zo ga je als je je arm gebroken hebt naar de Eerste Hulp, je vertelt de dokter wat er gebeurd is, waar het pijn doet, en wacht dan op zijn diagnose. De dokter doet onderzoek, stelt een paar vragen en zegt: 'Je arm is inderdaad gebroken. Dat wordt zes weken gips, maar als je het rustig aandoet en hem niet al te zwaar belast, dan ben je over een maand of twee weer helemaal de oude.'
Op de paaz gebeurt op het eerste gezicht precies hetzelfde. Je gaat er met het psychisch equivalent van een gebroken arm naartoe, je vertelt de dokter wat er gebeurd is, waar het pijn doet, en wacht dan op zijn oordeel. Het verschil is dat, terwijl jij je in gedachten al voorbereidt op een paar weken gips, de dokter je na zijn onderzoek ernstig aankijkt en zegt: 'Dit is geen arm, maar een been.'
En dan begint het omdenken."

Sinds mijn adviesgesprek op de afdeling eetstoornissen begrijp ik ineens precies wat ze hiermee bedoelt.


zaterdag 26 september 2015

Intake nummer twee

Net toen ik er niet meer op zat te wachten, was het eindelijk tijd voor de tweede intake. Na acht maanden wachten, eindeloze telefoontjes en een heleboel zenuwinzinkingen had de eetstoornisafdeling besloten dat ze me toch de moeite van een afspraak waard worden. Ik weet dat het niet echt zo werkt, maar zo voelde het uiteindelijk wel. Alsof ik na eindeloze klappen in mijn gezicht ineens omhoog geholpen werd door de grootste vechtersbaas.

Ik had mijn woede richting deze afdeling besproken in een van mijn maandelijkse gesprekken met Vincent. Die gaf aan mijn gevoelens best te begrijpen, maar raadde me toch aan het bijltje er niet bij neer te gooien en naar de intake te gaan. Als ik het er uiteindelijk niet mee eens was, kon ik altijd nog nee zeggen. Ermee stoppen is makkelijker dan weer binnenkomen. Dus met een gezonde hoeveelheid weerzin wachtte ik tot ik opgepikt werd door een onbekende blonde vrouw. 'De enige vrouw in de wachtkamer, dan ben jij zeker Sofie? Ik ben Elise. Kom maar mee.'

woensdag 23 september 2015

Ik wil niet beter worden

Mijn superdure lippenstift is fantastisch, maar het mag toch niet baten. Mijn motivatie kruipt steeds verder omlaag en het gerommel met eten wordt steeds frequenter. Ik heb mijn eetplan met Vincent eigenlijk helemaal losgelaten en eet bijna niets. Omdat ik door omstandigheden (verhuizing etc.) een paar weken geen therapie heb, kom ik er nog mee weg ook. Niemand vraagt me hoe het gaat met eten en overgeven, en dat komt mij verdomd goed uit.

Vanwege de Vierdaagse van Nijmegen logeert mijn moeder een week bij me en moet ik dus elke avond met haar eten. Ik mag alle maaltijden helemaal bepalen (al moeten ze wel door haar goedgekeurd worden, maar dat gaat redelijk goed) en koken, dus de controle is bij mij. Maar toch is de paniek nauwelijks in te houden. Overdag als zij wandelt, sla ik zoveel mogelijk maaltijden over en 's avonds geef ik mezelf stiekem minder. Alles om maar zo min mogelijk aan te komen door die "enorme maaltijden" in de avond. En als ik voor de zoveelste keer in mijn vet sta te prikken op de weegschaal, dringt het tot me door. Mijn motivatie is nu zó laag, dat ik helemaal niet meer beter wil worden.

maandag 21 september 2015

Eén portie motivatie, alstublieft

Toen ik in maart met Vincent om de tafel ging en het eetplan met hem bedacht, waren we er allebei in ons hart van overtuigd dat het me niet zou gaan lukken. Ik accepteerde het plan met een 'Dat krijg ik van zijn leven niet voor elkaar, maar we zien wel'-mentaliteit. Hij zat in zijn achterhoofd rekening te houden met de mogelijkheid dat ik in ons volgende gesprek zou moeten vertellen dat het me niet was gelukt.

Groot was dan ook de verbazing bij ons allebei toen het week na week goed ging en goed bleef gaan. Toen durfden we ook pas naar elkaar uit te spreken dat we dit niet verwacht hadden. Ik vooral omdat ik geen vertrouwen in mezelf heb. Vincent vooral omdat hij, zoals hij het zelf zegt, "niet goed met eetstoornissen is". Iedere behandelaar heeft zijn eigen specialisatie en Vincent werkt op de afdeling stemmingsstoornissen. Daarom is hij ook de groepstherapeut van mijn depressiegroep. Van eetstoornissen heeft hij weinig kaas gegeten, vertelde hij me.

zaterdag 19 september 2015

Een open groep

In de wereld van de groepstherapie heb je twee soorten groepen: een gesloten groep en een open groep. Gesloten groepen houden in dat je allemaal op hetzelfde punt begint, een vastgelegd aantal bijeenkomsten afwerkt en op hetzelfde moment eindigt. Zulke groepen heb ik de afgelopen jaren twee gehad: de al eerder genoemde VERS-groep voor emotieregulatie en een groepje voor slachtoffers van seksueel misbruik, jaren eerder. De jongvolwassenen depressiegroep is mijn eerste ervaring met een open groep: een groep waar elk moment mensen in kunnen stromen en waar mensen op hun eigen tempo vertrekken. En dat is toch even wennen.

Toen Vincent de eerste gesprekken met me voerde, legde hij uit dat hij het liefst twee nieuwe mensen tegelijk laat starten. Zo is de nieuweling niet alleen en is het voor de groep ook fijner. Een wisseling in de groep maakt best wel indruk, dan kan dat maar beter in één keer voor twee mensen. Ik begreep niet wat hij bedoelde. Nu ik een tijdje in de groep zit, snap ik het wel.

woensdag 16 september 2015

Teruggevallen

Samen met Vincent had ik ons eerdere plan (drie basismaaltijden) uitgebreid met een tussendoortje. Ik probeerde dingen uit die ik in geen jaren had gegeten, ik varieerde naar hartenlust met broodbeleg en tussendoortjes (hallo groot eng ijsje aan het eind van de dag!). Het was nog steeds moeilijk, maar ik was ermee bezig. Het ging beter. Ik werd beter. Toch?

Nee. Op een avond vond ik mezelf terug op mijn knieën voor de wc met een keel die schrijnde en ogen die traanden van het overgeven. Ik wist niet precies hoe ik er gekomen was. In het toilet lag een flinke hoeveelheid halfverteerd voedsel, dus ik had een eetbui gehad. Teruggekomen op mijn kamer vertelden voedselverpakkingen dat dat inderdaad zo was. Ik kon het me nog wel vaag herinneren, maar het was een waas. Ik ruimde de boel op, waste mijn handen, spoelde mijn mond en besloot: dit is een kleine hobbel op de weg. Vanaf nu pak ik het weer op.

maandag 14 september 2015

Tranentijd

Er is niemand die het ontzettend fijn en gezellig vindt om een potje te gaan zitten janken. Ik ben daar de overtreffende trap van. Ik haat het als ik moet huilen. Mijn hele gezicht wordt rood, mijn mond vertrekt, negen van de tien keer sijpelt er wat snot uit mijn neus en ik zie er gewoon niet uit. Mijn keel gaat er pijn van doen, ik raak regelmatig een lens kwijt en mijn ogen voelen nog uren alsof ik er met een vinger in heb zitten prikken. Het liefst huilde ik helemaal nooit, maar dat is geen doen. Dus heb ik er een levensmissie van gemaakt dat zo min mogelijk mensen me zien huilen.

Tot nu toe werkte dat best. De mensen die het dichtst bij me staan, zoals mijn moeder, mijn beste vriendin en mijn lief, hebben me natuurlijk weleens zien huilen. Maar de hoeveelheid mensen buiten die kring viel op één hand te tellen. Dat had ik graag zo willen houden. Maar als je in therapie gaat, veranderen de regels.

zaterdag 12 september 2015

De eerste maand: 60 boterhammen en 1 levensmotto

Toen ik tegen Vincent grapte dat we dan maar morgen moesten beginnen met eten en hij bloedserieus akkoord ging, wist ik 100% zeker dat dit me niet ging lukken. Ik wilde het best proberen, voor de vorm, maar lachte hem al bij voorbaat uit omdat hij dacht dat ik hiertoe in staat zou zijn. Dat dacht hij dus helemaal niet, bleek later. Ook hij was ervan overtuigd dat dit absoluut zou gaan mislukken en hield sterk rekening met veel problemen en moeilijkheden. Tot ons beider verbazing hou ik het ondertussen al een maand vol.

Ik hou van overzicht, lijstjes en cijfers. Dus hieronder de cijfers van mijn eerste maand.

donderdag 10 september 2015

Een kleine dood

Al zolang als ik me kan herinneren, wil ik dood. Mijn eerste zelfmoordpoging deed ik toen ik twaalf was. Ik was te naïef om het goed te doen: mama zei altijd dat je niet meer dan twee Ibuprofennetjes mocht nemen, dus als ik een hele strip slikte, ging ik vast dood! Dat gebeurde natuurlijk niet. Ik was een hele dag kotsmisselijk, maakte mijn moeder wijs dat het een opkomend griepje was en bleef opgerold in bed.

Nu moet ik er een beetje om lachen, maar het is een wrange lach. Want een meisje van twaalf dat liever dood wil zijn, daar is helemaal niets grappigs aan. En een meisje van tweeëntwintig dat nog steeds hetzelfde wil, evenmin.

Waarschuwing: dit bericht kan als triggerend ervaren worden door mensen met zelfmoordgedachten. Stay safe!

dinsdag 8 september 2015

PISSIG POTVERDOMME

In de groep begint elke avond met de weekopening, en daarbij staat (de naam geeft het al een beetje weg) de afgelopen week centraal. Mijn week was niet zo bijzonder, dus ik ben snel klaar. Net als ik de beurt weer door wil geven aan een ander, onderbreekt groepsgenoot Lies me. 'Had jij deze week niet je intake bij de eetstoornisafdeling? Hoe is dat gegaan?'

Ik had deze week inderdaad eigenlijk mijn intake, op woensdag. De tweede, maar liefst. De eerste zou de week daarvóór plaats hebben gevonden, maar werd op maandag afgebeld. Degene met wie ik mijn intake zou hebben, was ziek. Heel vervelend, ze konden nog niet zeggen wanneer er een vervolgafspraak gemaakt zou worden. En ik knikte en glimlachte en zei dat ze er niets aan konden doen en dat ik af zou wachten. Twee dagen later werd ik al gebeld: ze hadden die week erna nog wel een gaatje, kon ik toevallig? Ja? Geweldig! Maar op de dag voor de intake kreeg ik een e-mail. Het kon weer niet doorgaan. Een reden werd er niet bij gegeven, alleen de hoop dat ik snel alsnog zou kunnen komen.

maandag 7 september 2015

Eetbui nummer X

De plastic bak heeft een blauw etiket op het deksel. Er zit ijs in, stroopwafelijs. Het is wit en romig, met bovenop een laag van karamelsaus en kleine stukjes koek. Het is een grote bak. Hij is nog dicht. Maar hij staart me aan. Ik staar terug.

Om de diagnose boulimia te krijgen, moet je eetbuien hebben. Die heb ik, en dus kreeg ik deze diagnose. Zo simpel kan het zijn. Eetbuien zijn te verdelen in subjectieve en objectieve eetbuien. Een subjectieve eetbui is bijvoorbeeld een hele reep chocola. Dan kun je naar je eigen gevoel ongecontroleerd te veel gegeten hebben, maar valt het in werkelijkheid best mee. Een objectieve eetbui is dan die reep chocola, plus een rol biscuitjes, plus twee dubbele boterhammen met pindakaas, plus een pizza salami, plus een zak chips enzovoorts. Dan heb je echt een bovengemiddeld grote hoeveelheid voedsel in één keer naar binnen gewerkt. Bij mij komen ze allebei voor en ik los ze op dezelfde manier op: ik loop naar het toilet, ga op mijn knieën zitten, parkeer twee vingers halverwege mijn keel en werk de hele handel het riool in.

zondag 6 september 2015

Kilo's

Iedereen heeft wel een beeld bij mensen met een eetstoornis. Alle mensen met anorexia zijn eng mager met stakerige benen en overal uitstekende botten. Over mensen met boulimia zijn voor zover ik weet minder duidelijke lichaamsvooroordelen. Maar nog steeds gaan mensen ervan uit dat je een gemiddeld tot slank figuur hebt als je het label 'eetstoornis' krijgt. In mijn omgeving zijn er maar heel weinig mensen die weten van mijn eetstoornis, omdat ik geen zin heb in gedoe. Bij de weinige mensen die ik het verteld heb, is soms de vraag voorbij gekomen: 'Maar als je een eetstoornis hebt... Waarom ben je dan niet dun?'

dinsdag 1 september 2015

Battle van de boterham

Goed, prima, ik ga vanaf nu drie basismaaltijden per dag eten. De eerste stap naar een normaal en gezond eetpatroon. Geweldig, gaan we doen, drie hoeraatjes en een dikke zoen voor Sofie! Er is alleen één levensgroot probleem: ik heb geen idee wat een normaal en gezond eetpatroon is. Hoe werkt dat, eten? Wat is genoeg, wat is te weinig, wat is te veel? Een rondje Google levert me onder andere een aantal voorbeeldeetlijsten op de recoverywebsite Proud2BMe op. Maar is dit normaal? Het lijkt me bizar veel.

Tijdens de onderhandelingen met Vincent vroeg ik hem al het hemd van het lijf. Eerst waren we namelijk gewoon overeen gekomen dat ik driemaal daags zou gaan eten. Hij zag de fout van die afspraak in toen ik vroeg: 'Dat mag dan niet zeker driemaal daags fruit zijn, hè?' Dus dat was niet zo'n goed idee. Om een voorbeeld te geven, zette hij zijn eigen eetpatroon voor me uiteen. Vincent eet als ontbijt drie boterhammen, ergens in de ochtend twee stuks fruit, 's middags nog eens vier boterhammen en 's avonds een gewoon bord warme maaltijd. De hoeveelheid brood maakte me doodsbang. Dat ga ik dus écht niet doen.