dinsdag 8 december 2015

Het zware geschut

Zodra ik voelde dat ik in fase 4 aangekomen was, wist ik dat het tijd was om aan de bel te trekken. Ik had met Vincent afgesproken dat ik het zou laten weten als het zover zou komen. Dan zouden we kijken wat er moest gebeuren, maar waarschijnlijk een opname. Dus op donderdag, toen ik weer groepstherapie had, nam ik hem in de pauze apart. 'Het gaat niet goed. Ik denk dat ik in fase 4 zit.' Vincent keek me serieus aan. 'Waarom denk je dat?' Ik slikte. 'Ik zie overal mogelijkheden. Ik zie niet meer een flat, een bus, een boom. Ik zie kansen.' Vincent knikte. 'Goed. Nu hebben we weinig tijd, maar ik wil dat je zo snel mogelijk bij me langskomt om dit verder te bespreken. Ik heb morgenmiddag nog een gaatje.'

De volgende dag ging ik dus naar de GGZ voor een noodgesprek met Vincent en ik had geen idee wat ik kon verwachten. Ik wist alleen dat het zo niet langer door kon gaan. Vertel me maar wat we moeten doen.

In ons gesprek ondervroeg Vincent me verder over hoe ik me nu voel (depressief), waar ik allemaal aan dacht (zelfmoord, voornamelijk), of ik concrete plannen had (het voelt alsof de plannen zichzelf maken, maar ja dus) en hoe ik dat wilde doen (dat gaat je niets aan, maar dan beleefder verwoord). Daarna ondervroeg hij me over de periode die ik hiervoor had gehad, de prachtige week van fijne gevoelens. 'Welk cijfer zou je je stemming van toen geven?' Ik wikte en woog even. Het voelde bijna helemaal goed. 'Een acht, denk ik.' 'En je stemming van nu?' Die was gemakkelijker. 'Een één. Anderhalf, hooguit. Misschien een twee op goede momenten.'

Vincent rimpelde zijn voorhoofd. 'Dat is nogal een verschil. En snel ook.' Ik knikte en zat een tijdje voor me uit te peinzen. Vincent verbrak de stilte. 'Waar denk je aan?' Ik zocht even naar woorden. 'Ik vond die periode van een acht heerlijk, maar het is wel een enorm verschil met hoe ik me nu voel. Het zou kalmer zijn als ik iets minder wild op en neer ging. Misschien een soort gekabbel tussen een vijf en een zeven. Dat zou zoveel meer rust en stabiliteit geven.' Vincent leunde achterover en keek me serieus aan. 'Besef je dat wat je nu beschrijft, zo ongeveer is wat medicatie doet?'

Medicatie. In mijn hoofd was het al bijna een afgesloten hoofdstuk. Ik wilde het niet en had daar mijn redenen voor. Maar in dat zinnetje van Vincent overwoog ik het opnieuw. Al mijn bezwaren tegen medicatie stonden nog steeds fier overeind, en dat zouden ze ook blijven als ik eraan begon. Maar ik kon het een kans geven. Als het betekent dat ik over het geheel genomen beter ga voelen, is het misschien een poging waard. Dus ik dacht er nog even over na en knikte toen. 'Goed. Laten we het proberen. Maar dat durf ik niet in mijn eentje. Ik hoor van veel mensen dat het eerst slechter wordt als je aan de pillen gaat, en dat wordt bij mij dan letterlijk levensgevaarlijk.'

Vincent knikte langzaam. 'We zouden het kunnen proberen te combineren met een korte opname. Het is niet zo gebruikelijk om het instellen van zulke medicatie onder toezicht te doen. Dat wordt eerder gedaan bij ingewikkelder pillen. Maar ik ga even naar de kliniek bellen en kijken of ze je kunnen hebben. Dat zou dan voor twee tot vier weken zijn, dat is meestal de tijd die het kost om medicatie in te laten werken. Als je je dan beter voelt, kun je weer naar huis en je huidige therapietraject oppakken.'

Even later sta ik weer buiten, met een nieuwe afspraak voor dinsdag om Vincent de tijd te geven met de kliniek te overleggen. Tot die tijd ga ik onder suicide watch bij mijn moeder thuis en heb ik een verbod om in mijn eentje naar mijn studentenkamer te gaan. Op die manier houden we het zo veilig mogelijk tot ik op de juiste plek terecht kan. En ik wacht af en duim dat de kliniek niet gaat zeggen dat ze me niet kunnen of willen opnemen. Want ik weet niet wat ik dan moet doen.


1 opmerking:

  1. Ik zag dat het ondertussen al zover is. Je bent wel verdomd dapper bezig. Heel veel sterkte, meis. X

    BeantwoordenVerwijderen