zondag 6 december 2015

Stralend

Ik leefde mijn depressieve leven en was er een beetje aan gewend geraakt. Elke week ging het slechter, soit. De vier keer per dag wandelen waren een enorme uitdaging, goed dan. Ik had me erbij neergelegd dat het nu zo ging en had besloten door te kachelen tot ik me weer wat beter ging voelen. Dat zou vanzelf wel een keer gebeuren. Tot die tijd ging ik naar therapie, probeerde ik wat bezig te blijven en zat ik het maar zo'n beetje uit.

En toen ging ik op maandagavond slapen, depressief als altijd. En bij het wakker worden was er licht.

Die ochtend was het begin van een paar heerlijke dagen. Ik werd wakker met genoeg energie om op een goede manier aan de dag te beginnen. Ik was nog steeds moe van het slaaptekort van de afgelopen dagen, maar die vermoeidheid legde me niet meer lam. Die ochtend werd ik wakker naast mijn vriendin en toen ze tegen me aan lag, had ik voor het eerst in een hele tijd weer zin om te vrijen. Mijn libido, normaal niet kapot te krijgen door dingen als griep, alcohol of vermoeidheid, was de laatste tijd gaan slapen en rekte zich nu knorrend uit. Ik had weer zin.

Zin in van alles, eigenlijk. Ik had energie om plannen te maken en dingen te ondernemen. Een artikel dat nog geschreven moest worden, vloeide uit mijn pen. Ik verkocht mijn koelkast op Marktplaats (oets dat al weken moest gebeuren) en ruimde mijn kledingkast op. Na eindeloze achterstand kwam ik eindelijk weer eens toe aan het doen van de was of het stofzuigen van mijn kamer. En na deze klusjes had ik nog energie over, waar ik voorheen al doodmoe was na het douchen of een korte wandeling.

Mijn hele wereld was lichter, letterlijk en figuurlijk. Alles leek meer te stralen, ook als het regende. Mijn zelfbeeld was onveranderd, maar het voelde niet zo zwaar. Ik was nog steeds depressief, maar meer op de achtergrond. Zelf was ik hier heel blij mee, genoot ervan me eindelijk weer eens goed te voelen. Mijn omgeving was niet altijd even blij. 'Ik vind deze omslag een beetje eng,' zei mijn groepsgenoot Claire. Ook Fran, onze sociotherapeut, keek naar me met haar blik van vriendelijke bezorgdheid. Ik schudde het van me af, te blij met het licht dat ik eindelijk weer eens gevonden had. Kon ik het maar voor altijd vasthouden.

Maar natuurlijk kon dat niet. Mijn warme stralende bubbel van blijdschap duurde precies een week. De volgende dinsdag gedurende de middag trok het weg. Het was als een slide in een fotodiashow waarvan de kleuren langzaam wegvloeien tot het plaatje zwart-wit geworden is. En toen voelde ik: dit is crisisfase 4. Dit wordt het einde. Nu ga ik dood.

NB: ik ben nu dus geen zelfmoord aan het plegen, geen zorgen. Dit is alleen wel hoe ik me voel(de) en dat beschrijf ik onverbloemd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten