vrijdag 11 december 2015

Opname: Sofie naar de kliniek

Het hele weekend heb ik als een soort nerveuze bal zenuwen door de wereld gerold. De hele tijd word ik geteisterd door vragen als 'Wat nou als ze me niet willen hebben in de kliniek? Wat nou als ze zeggen dat ze het niet nodig vinden dat ik kom? Wat moet ik dan? Ik kan medicatie niet in mijn eentje gaan doen. Als ze me dit alleen gaan laten doen...' Die gedachte kon ik maar beter niet verder volgen.

Op dinsdag zit ik poepnerveus al vroeg in de wachtkamer. Vincent komt me halen, neemt me mee naar zijn spreekkamer en valt daar maar meteen met de deur in huis. 'Ik heb contact gehad met de kliniek en ze hebben plek voor je.'

Direct de volgende ochtend ga ik naar de kliniek voor de intake. Mijn moeder gaat mee, deels voor morele steun en deels omdat ze het allemaal graag met eigen ogen wil zien. Bij de intake krijg ik eerst een uitgebreid gesprek met Jaap, de dienstdoende aanmeldverpleegkundige. Ik begin er ondertussen aardig handig in te worden en vat dus redelijk beknopt samen wat mijn problemen zijn, hoe het met mijn diagnoses zit en wat ik wel en niet wil van deze opname. Na een gesprek van een uur met Jaap komt Gert erbij. Gert is de psychiater in opleiding die een soort medisch specifiek voorgesprek met me doet. Dus ik beantwoord netjes vragen over mijn gezondheid, astma, medicijnen en conditie.

Ik heb me het hele gesprek groot zitten houden om maar vooral niet te gaan huilen. Dat is goed gelukt. Als Jaap me vertelt dat hij even met Gert overlegd heeft en dat zij allebei vinden dat er inderdaad grond voor opname is, krijg ik alvast een stapeltje papier met informatie. Terwijl hij even iets gaat zoeken, blader ik door mijn stapeltje heen en ontdek dat je bij een opname de eerste vrijdag van je aanwezigheid bloed moet laten prikken. En dat is voor mij, met een stevige naaldenangst, de druppel. Jaap schrikt een beetje als hij binnenkomt en het zeer sociaal vaardige meisje van wie hij net nog zo verbaasd was ('Als ik je op straat tegen zou komen, zou ik gewoon denken "leuke meid"! Doe je dat expres?') een huilend wrak is geworden. Maar dat zal vast niet de eerste keer zijn dat hij zoiets meemaakt.

Terwijl ik nog wat na zit te hikken, zegt Jaap: 'Wanneer wil je komen? Het is aan jou. Je zou vandaag al terecht kunnen, om een uur of vijf. Je mag ook morgen of overmorgen komen.' Op dat moment ben ik zo op van de zenuwen dat ik denk dat ik ontplof als ik nog een dag langer ga wachten. Dus hoe graag ik het ook zou willen, nog een dagje thuis, nog één nacht in mijn eigen zachte bed, ik weet dat ik dat niet moet doen. 'Ik kom vandaag wel,' zeg ik snel, voor ik me kan bedenken. Jaap knikt, mijn moeder knikt, en dan is het beklonken.

Ik had mijn tassen al ingepakt klaarstaan voor het geval dat en hoef dus alleen de laatste spulletjes er nog maar in te stoppen. De rest van de middag breng ik knuffelend op de bank voor met mijn vriendin of aan tafel met een spelletje tricktrack. Emotioneel ben ik een totale achtbaan: ik ga binnen vijf seconden van druk babbelend naar heel hard huilend. Ik accepteer maar gewoon dat dit op dit moment zo is.

En dan is het zover. Het is vijf voor vijf als we bij de kliniek aankomen. Jaap, die zijn dienst bijna afrondt, besluit me nog even rond te leiden. Een groot deel van de rondleiding gaat stiekem aan me voorbij, maar mijn moeder let goed op en vertelt me later nog allerlei dingen die ik niet onthouden heb. Dan is het tijd om afscheid te nemen. Buiten de kliniek knuffel ik mijn moeder en mijn vriendin, heel hard huilend. Zij houden het allebei ook niet droog. Na nog één kus doe ik een van de moeilijkste dingen die ik ooit heb gedaan: ik kijk hoe ze weglopen en terwijl elke spier in mijn lijf krijst dat ik met ze mee moet, draai ik me om en loop terug de kliniek in. Op naar mijn tijdelijke leven als klinisch patiënt. Dit is de bodem van mijn put. Maar vanaf de bodem kun je alleen nog maar omhoog.



1 opmerking:

  1. Tering... Oh wat knap van je dat je dit doet. En dat je ervoor gekozen hebt om meteen te gaan. Slim. Heel verleidelijk om nog even uit te stellen, maar beter van niet. Ik hoop dat het je goed doet om nu even alles uit handen te geven. Dat het allemaal even mag of zo en vooral dat je nu niet alleen uit die bodemloze put omhoog hoeft te kruipen. Succes meis. Ik denk aan je. X

    BeantwoordenVerwijderen