maandag 19 oktober 2015

Boterhammen en bullshit: de diëtist

Na een aantal gesprekken met Elise zijn we aangekomen bij het gedeelte van de behandeling waar ik op dit moment het meest tegenop zie. Het normaliseren van mijn eetpatroon is het hoofddoel van de eerste helft van de behandeling, en daar moeten de hulptroepen bijgehaald worden. Elise maakt een afspraak voor me met de diëtist van de aangrenzende eetstoorniskliniek. Sarah is gespecialiseerd in jonge vrouwen met een eetstoornis en dus de aangewezen persoon om samen met mij naar mijn eetpatroon te kijken.

De dagen voor de afspraak word ik geplaagd door allerlei gedachten. Sarah werkt in de kliniek, dan ziet ze vast alleen ondervoede anorecten. Zal ze niet denken dat ik een aansteller ben, dat het onzin is dat ik daar zit? Kan ze me wel helpen? Gaat ze me nu meteen acht boterhammen per dag (mijn grootste angst) laten eten? Ik zit op en neer te wippen op mijn stoel in de verder lege wachtkamer tot ik opgehaald word door een vrouw van een jaar of veertig met kort blond haar en een vriendelijk gezicht. 'Sofie? Ik ben Sarah, kom maar mee.'

Ik hou inmiddels twee weken een eetdagboek bij. Na een inleidend gesprekje vraagt Sarah me het te laten zien. Ze slaat het open op een willekeurige pagina, vorige week donderdag. 'Laten we dit eens uitkleden. Je ontbeet met twee rijstwafels met pindakaas, een appel en een glas sinaasappelsap. Twee rijstwafels zijn een boterham en een glas sap telt als een stuk fruit. Dus dat is één boterham en twee stuks fruit.' Ze begint te schrijven en op deze manier kleden we mijn dag uit. We komen uit op drie sneetjes brood, twee stuks fruit, twee scheppen van de "zetmeeltjes" (Sarahs liefkozende naam voor aardappels, rijst, pasta, couscous en aanverwanten) en drie scheppen groente. Ze draait de pagina naar mij toe. 'Wat vind je hiervan, als je het zo ziet?'

Ik kijk even naar de pagina en weeg mijn woorden zorgvuldig. 'Als ik zo'n dag gehad heb, ben ik eigenlijk wel tevreden. Ik heb niet onoverkomelijk veel gegeten, dus mijn eetstoornis is tevreden, maar mijn gezonde kant die beter wil worden ook. Ik vind dit wel goed, eigenlijk.' Sarah knikt. 'Wil je weten wat ik hiervan vind?' Ik knik. Onder tafel kruis ik mijn vingers en bid dat ze nu niet gaat zeggen dat het meer moet. Dat doet ze natuurlijk wél. 'Je hebt drie basismaaltijden gegeten, dat is goed. Maar ik mis allerlei vitamines, ik mis kalk, ik mis ijzer. Ik praat niet graag in calorieën, maar als we dit zouden berekenen, is het gewoon te laag. Er moet echt wat bij.'

Ze vult het lijstje op papier aan terwijl ze praat. 'Wat ik graag zou zien, is dat je een boterham extra gaat eten. Twee bij het ontbijt en twee bij het middageten. Die mag je ook vervangen. We hebben net al besproken dat twee rijstwafels ook een boterham zijn. Een schaaltje yoghurt van 150 milliliter met drie eetlepels muesli telt ook als een boterham. Verder zou ik graag zien dat je twee porties zuivel per dag gaat eten. Die hoeven niet los van de hoofdmaaltijden, het mag er gewoon onderdeel van zijn. Je kunt dan denken aan dat schaaltje yoghurt, maar ook aan een glas melk of drinkyoghurt of aan een toetje na het avondeten. En je moet consequent vlees of een vervanging gaan eten, maar laten we niet alles tegelijk doen.'

Op dit punt in het gesprek lig ik bijna onder tafel van angst. Dit kan ik helemaal niet! Dit is te veel, te moeilijk, te eng! Hoe kan ze dit van me vragen? En dan roep ik mezelf tot de orde. Dit kan ze van me vragen, omdat ik zelf dit gevecht ben aangegaan. Als ik beter wil worden, moet ik dit gaan doen en meer. Ik moet eten. Dus als Sarah oppert om voor nu de vier boterhammen en de twee porties zuivel, naast een avondmaaltijd, te gaan proberen en het vlees voor volgende week te bewaren, haal ik heel diep adem en knik ik.

Dat is dan afgesproken. Vier boterhammen, twee porties zuivel en een avondmaaltijd van in ieder geval twee opscheplepels aardappelpastarijstdinges en drie opscheplepels groenten, maar liever nog een portie vlees(vervanging) erbij. En later gaan we dat nog opbouwen met een extra middagboterham, tussendoortjes en andere dingen waar ik in godsnaam nog niet over na wil denken. Maar het moet. Kauwen of verzuipen.


3 opmerkingen:

  1. Wat ontzettend dapper dat je jezelf tot de orde kan roepen als je bijna onder tafel ligt van angst, echt knap!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je! Het is vooral ook denk ik dat mijn emoties zich vaak onder het oppervlak afspelen en dat anderen ze dus niet te zien krijgen, omdat ik mezelf erg goed in de hand hou. Dan kan ik van binnen helemaal over de pis zijn, en ziet de ander er niets van. Dan is het misschien ook makkelijker om jezelf weer te herpakken? Ik weet het niet. Dankjewel in ieder geval!

      Verwijderen
  2. Goed dat je het gevecht aangaat. Mooi om te lezen dat je ook bevestigt naar jezelf dat jij degene bent die dat graag wilt. Dat wil niet zeggen dat het geen bloed, zweet en tranen gaat kosten, maar je wilt ervoor gaan. Ik ben superblij en trots op je. X

    BeantwoordenVerwijderen