zondag 11 oktober 2015

Het nieuwe meisje

Na een zomer waarin onze groep zo piepklein was geworden dat we soms een therapieavond draaiden met meer therapeuten dan groepsleden, is het eindelijk zover. De week na de vakantie beginnen er twee nieuwe mensen en is onze groep weer een beetje voller. Dat is fijn, want als het weer wat stabieler wordt, durf ik hopelijk ook wat meer. Daarnaast ben ik het enige overgebleven meisje en hoe leuk ik de jongens (die ik soms grappend 'mijn harem' noem) ook vind, een beetje extra oestrogeen is welkom.

Als ze binnenkomt, weet ik het na één blik eigenlijk al. Ik zie hoe ze zich beweegt, hoe ze naar iedereen kijkt, hoe ze gaat zitten en haar trui omlaag trekt. Ik weet het, maar toch voel ik nog een schokje in mijn maag als ze in het voorstelrondje vertelt dat ze Claire heet en naast haar depressie ook anorexia heeft.

Tot nu toe was de confrontatie met andere eetgestoorden in mijn therapieomgeving me bespaard gebleven. Dat had nadelen (specifieke eetstoornisproblemen konden in de groep zeker op begrip en advies rekenen, maar minder op herkenning) maar zeker ook voordelen. Ik ben behoorlijk competitief aangelegd en stel de lat huizenhoog voor mezelf. Het liefst ben ik in alles wat ik doe de allerbeste. Dat gaat buiten alle grenzen van het gezonde. Ook in mijn eetstoornis wil ik de beste zijn. En de beste betekent dun.

Door geconfronteerd te worden met een ander eetgestoord meisje dat eruit ziet alsof ze maximaal vijftig kilo weegt, word ik met mijn neus op het feit gedrukt dat ik dat niet ben. Ik ben dik. Dus moet ik compenseren. Bij PMT moet ik de beste zijn en het meeste uithoudingsvermogen hebben. Aan tafel moet ik het gesprek goed laten gaan, grappig zijn, leuk gevonden worden. Tijdens de therapiesessies moet ik helemaal goed reageren en geweldig advies geven. Ik moet een soort perfect supermens zijn om die enorme imperfectie van mijn figuur te compenseren.

Verder ga ik ineens drie stappen achteruit op een ander gebied. Ik vind eten in groepen lastig, maar na een half jaar wekelijks eten met mijn therapiegenootjes ben ik eraan gewend. Maar nu de groep veranderd is, ben ik ineens weer terug bij af. Ik ben nerveus voor de maaltijd, treuzel bij het eten. Met een schuin oog volg ik wat Claire doet. Toevallig hebben we allebei een maaltijdsalade. Die van haar bestaat vooral uit rauwkost en de helft van de meegeleverde portie kaassnippers. De dressing laat ze links liggen. Ik besluit dat als zij geen dressing mag, dat ik het dan al helemaal niet verdien en verstop mijn zakje. Met lange tanden werken we ons door de maaltijd heen, elkaar in de gaten houdend.

Maar dan is er een lichtpuntje. Na het eten was ik mijn handen en kijk mezelf vermoeid aan in de spiegel. Als Claire de toiletruimte binnenloopt om haar fles te vullen, blijft het even stil. 'Vond jij het ook zo moeilijk net?' durf ik dan te vragen. Verrast kijkt ze me aan en geeft toe: 'Ja, heel moeilijk.' De herkenning spoelt als een warm bad over ons heen. We bespreken het gesprek aan tafel, waarin drie groepsgenoten druk over suiker en vet praatten. 'Dat vond ik ook moeilijk, maar ik durfde er niet goed iets van te zeggen omdat ik nog nieuw ben,' zegt Claire.

En omdat je elkaar soms moet helpen, vraag ik een paar uur later tijdens sociotherapie of ik iets mag zeggen over vanavond. Ik geef aan dat eten in een groep moeilijk voor me is en dat ik het fijn zou vinden als de gesprekken aan tafel minder over eten zouden kunnen gaan. De groep is even stil. 'Claire vond het ook,' voeg ik eraan toe en nu het openligt, durft Claire dat te beamen.

Met zijn allen spreken we af dat iedereen erop let en dat het geen censuur is, maar dat Claire en ik aan mogen geven als we er last van hebben. Als de volgende persoon aan zijn inbreng begint, kijken Claire en ik elkaar even aan en glimlachen. Een bondgenootje in dit eetstoornislandschap is zo erg nog niet.

In deze blogposts wordt teruggegrepen op gebeurtenissen van een tijdje geleden. In dit geval september 2015.

8 opmerkingen:

  1. Wat een mooie maar lastige situatie.
    Misschien is het juist wel goed dat je eetstoornis op deze manier ook dat extra begrip en die extra uitdaging krijgt. Ik hoop dat jullie elkaar kunnen steunen in het proces.
    Hopelijk kan je je uiteindelijk richten op 'als snelste weer van mezelf houden', ipv 'de beste zijn in afvallen'. (Want, let's face it, van die obsessies komen we nooit helemaal af, dan kunnen we beter een positieve obsessie kiezen ;) )
    Liefs, Sofie ♥

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, dat is zo. Ik denk dat we zeker steun aan elkaar zouden kunnen hebben. En haha dat is helemaal waar! Ik scoor vrij hoog op de modus "veeleisende ouder" van schematherapie en die zoekt toch een uitlaatklep ;)

      Verwijderen
  2. Oeps, dat herken ik maar al te goed: Altijd de beste willen zijn.
    Maar zo te lezen vind je wel een maatje in haar op termijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wauw, wat heb je dat mooi bij weten te draaien voor jezelf. Dat competitie in de eetstoornis is pijnlijk bekent. Vind het knap dat je toch het contact hebt gezocht en bent gegaan voor de herkenning. Ik hoop dat het je gaat helpen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel! Ik vind herkenning ook echt wel fijn en voor mij staat dat hoger dan de competitie aan willen gaan. Hopelijk blijft dat zo :)

      Verwijderen
  4. Die competitie in is pijnlijk herkenbaar zeg. Voor iedereen begrijp ik. Dat is dan wel weer fijn om te lezen. Gelukkig gaat ook dat over straks, zeg ik hier uit ervaring. Hou je daaraan vast. Je hebt het ontzettend goed opgelost. Ik hoop dat het je lukt het competitiegevoel los te laten.

    BeantwoordenVerwijderen